Maanwerken 1
Ik zoek het leven nog hier.
Een kleine plaats met veel licht.
De oever die afmeert op haar eigen zand,
Daarbij rollend is, en terug kruipt, zich in zuigt.
En weer verdwijnt.
Het was weer hetzelfde niet verstaan.
Ik hoorde niet goed en moest alles dubbel vragen.
Maar het was blauw en prachtig en lag daar aan het meer
Zichzelf schoon te baden.
..........
Neem een maan-bad - 60 tellen dicht met licht gesloten ogen,
60 tellen open klimmend naar de sterren die weg dreigen te lopen -.
Ongewoon helder die maan, te fel bijna.
Sterren, weg uit de tijd, ver voorbij het ritme dat rust in openingen
van speldenprikjes die lijken te dansen en te schitteren.
Soort van verbond in het duister zonder mij.
Veel groter en immenser dan ik kan vermoeden.
...........
Zichtbaar voor de een, onmerkbaar voor de ander.
de achterkant. Dat licht op het netvlies, goud breekt uit blauw.
Paars, een zwevende kleur, passeert donuts die lijken op Indigo monsters.
Het zwarte is bedekt door licht dat nog geen naam heeft.
De raadsels van eeuwen verbergen zich hier, schijnen op verdroogde wateren.
Het omfloerste vocht kan zich , achteraf gezien, alleen uitdrukken in pijnloze krijtrotsen.
Het genot dat de diepte koers geeft, er hoog boven toornt is van
alle tijden, op alle plaatsen, in alle werelden.
...........